Hiernaast
Auteur: Hester Snoeijer (Pays-Bas/The Netherlands/Nederland)
Hiernaast
Ze was eenzaam,
voelde zich verlaten,
niemand nam moeite om met haar te praten.
Hij was verbaasd,
zelfs wat aangedaan,
was met zijn medemens begaan.
Ze vertelde hoe ze haar dagen doorbracht,
hoe leegte haar omhulde,
ze 's avonds in alle eenzaamheid haar wijnglas vulde.
Hij was verrast,
hoe kon dat zo zijn,
hij vond het leven veelal fijn.
Het bleef hem bezighouden toen hij na de chatsessie wat ging drinken in de kroeg,
en toen zijn vriend hem dan ook vroeg:
"Man, waar ben je toch met je gedachten?
We staan nog steeds op je antwoord te wachten,"
zei hij: "sorry, zeg ken jij het gevoel van eenzaamheid?
Geen emotie die tot vreugdevolle uren leidt."
Het gevoel dat je niet wordt gezien.
Dat men je zelfs niet missen zou misschien?"
"Kom op, vanwaar deze bui", zei zijn vriend, "Je hebt vanavond een treurige dronk, we gaan een mooie vrouw voor je versieren.
Laat niet je avond met dit soort spinsels verstieren."
Een mooie vrouw. Andere gedachten kwamen in hem op. Zou hij haar ooit durven benaderen wanneer hij haar zag lopen op de galerij?
Zomaar was ze een paar maanden geleden zijn leven binnengeslopen. Interessant en mysterieus leek ze, nieuwsgierig was hij.
"Maar lijkt het je wat om met ons allen weg te gaan?"
Zijn vriend keek hem vragend aan.
Ok, kop erbij,
nou, even genieten van dit samenzijn met de mannen.
Hij gaf zichzelf in gedachten een tik in zijn gezicht en zei:
"wat is het idee?"
"Nou, het lijkt ons tof om deze zomer lekker te keten, ergens ver weg, bij een kabbelende zee."
"Ja, klinkt goed, kan ik me in vinden", zei hij snel.
Natuurlijk wilde hij dat wel.
"Wat voor wijn drink je dan", typte hij de volgende dag om maar wat te vragen, wist hij veel.
Haar antwoord vloog hem naar de keel.
Flarden van voorgaande chatsessies trokken aan hem voorbij, het was toch niet waar,
die eerdere signalen, kenmerken, het was werkelijk haar!
"Gato Negro, eigenlijk bijna altijd.
Soms in de aanbieding, soms duurder tot mijn spijt."
Was hij niet begaan met iedereen, hoelang woonde hij nu daar?
Hij had zich nog nooit voorgesteld aan haar.
Hij had het niet gedurfd, ze leek zo koel en ongenaakbaar.
Hij vloog achter zijn computerstoel weg, de deur uit, op de galerij,
zo wist hij,
daar stond nu al maanden, die kartonnen doos met lege wijnflessen bij de voordeur van zijn buur.
Wanneer hij er langsliep rook het altijd een fleugje zuur.
Nu stond de doos daar met 3 lege flessen erin. Aan de halzen bungelde aan een touwtje een plastic zwarte kat,
als hij dit alles geweten had...
Hoe eenzaam kan iemand zijn, denken dat je er niet toe doet.
Uitstraling van de ander, je eigen gekleurdheid. Het kan maken dat je iemand moeilijker ontmoet.
Het was half twaalf, het boeide niet, laat gaan.
Hij belde aan.
Hij zag haar van haar computer weglopen,
de deur ging open.
"Hoi, ik ben je buurman, ik woon naast je. Ik ben benieuwd naar jou en je wijn."
Het anonieme, zo dicht naast elkaar. Het moest maar eens afgelopen zijn. |