Logo World and Universal Academy (FR)
AMERICAN
ENGLISH
DUITS
RUSSIAN
PORTUGUESE
ITALIAN
SPANISH
Congo et l'Union Africaine
CHINA
JAPAN
NEDERLANDS

FRANÇAIS

WORLD AND UNIVERSAL ACADEMY FOUNDATION
CONCOURS LITTERAIRES ET CONCOURS ARTISTIQUES
ECOLE DES BEAUX-ARTS, DU CINEMA ET DE LA CULTURE
Organiser des concours, décerner des prix et dispenser des cours dans le domaine des arts et de la culture. Tels sont les objectifs de la Fondation WORLD AND UNIVERSAL ACADEMY.
 
 
  
 
 

 
 

ÉLISEZ LES MEILLEURS CONTES ET LÉGENDES DU MOIS (JUILLET)

ELECT THE BEST STORYTELLING OF THE MONTH
KIES HET BESTE VERHAAL VAN DE MAAND (JULI 2007)
CONTE 1
 
Metamorfose van een draak
by/par/door: BIRGIT TAX (Neterlands/Pays-Bas/Nederland)
Metamorfose van  een draak (PDF)
 

ER WAS
EENS EEN
DRAAK DIE
EEN POES
WILDE ZIJN...

Er was eens een gouden draak. Hij leefde in de in
een van China’s vele steden en af en toe kwam hij
naar de grote stad waar hij veel aanzien en bewondering
genoot. De draak was verder heel rustig en niemand
had last van hem. Maar ook al stond de draak
bekend als vriendelijk en zachtaardig, niemand durfde
echt heel dicht bij hem in de buurt te komen.
Want dat was bekend in heel China; als de draak ging
spugen dan kon heel China in vlammen opgaan. Met
een gigantische kracht kon de draak het vuur van
heel diep van binnen uitspugen en kon zelfs de hele
Chinese Muur in vlammen doen laten opgaan. Het
vuur strekte zich dan razend snel uit over het hele
land en vernietigde alles.
Dus hield men de draak maar te vriend. Iedereen had
wel een vriendelijk gebaar voor de draak maar ze bleven
wel op een afstand van hem staan. De draak voelde
diep van binnen dat de mensen alleen maar aardig
waren omdat ze bang voor hem waren. Eenzaam en
onbegrepen voelde de draak zich. Eigenlijk wilde hij
wel vrienden maken. Hij verzon een oplossing. De
draak beschilderde zijn staart helemaal met goud.
Mensen houden immers van goud en dan zouden ze
hem vanzelf ook aardig gaan vinden. En dat was wat
de draak graag wilde, dat mensen hem aardig vonden.
Hij besloot ook iets vriendelijker te kijken en
deed zijn best om goede dingen voor de mensen te
doen. Hij gebruikte zijn vuur om onkruid te verdel-
3
Er was eens een draak die een poes wilde zijn...
gen en met zijn tanden maaide hij het gras. De draak
veranderde in een behulpzame en vriendelijke gouden
draak die altijd klaar stond om anderen te helpen.
En het werkte, de mensen veranderden. Hoe
meer de draak z’n best deed om anderen te helpen,
hoe aardiger de draak gevonden werd. De draak
kreeg veel vrienden. Ook zijn mooie gouden staart
oogstte bewondering en iedere keer weer probeerde
de draak zijn staart nog mooier te versieren. Zo
kreeg de draak veel aandacht en aanzien en iedereen
begon te vergeten dat deze draak nog wel eens heel
gevaarlijk zou kunnen spugen. De draak dacht dat hij
gelukkig was en deed ook alles om anderen gelukkig
te maken. Tot op een dag. De draak werd ziek. Hij
was zo moe, moe van al die dingen doen voor anderen.
De draak stortte in en zijn gouden staart verloor
steeds meer glans en hij had geen energie meer om
iets voor anderen te doen. En zo begonnen de mensen
hem te vergeten en heel langzaam kreeg de draak
een heel ongelukkig gevoel. Hij sloot zich op in zijn
hol en haalde het laatste stukje goud maar zelf van
zijn staart. De draak wilde alleen maar slapen en
alleen zijn. De mensen hadden het zo druk met zichzelf
dat ze de hele draak vergaten en op een dag wist
niemand meer of de draak nog wel leefde. Ach, het
interesseerde ook niemand en er waren inmiddels
weer nieuwe draken en niemand maakte zich druk
om de gouden draak die ook zichzelf aan het verge-
4
ten was. Maar op een dag, de draak had zijn gewone
dingen gedaan als altijd en was gewend geraakt aan
zijn eenzame bestaan, lag er een halfdode poes voor
zijn deur. De draak voelde aan de poes of er nog
leven in zat. Iets van het laatste restje zorgzaamheid
voor anderen kwam in hem naar boven en hij besloot
voor de poes te gaan zorgen. Met veel moeite sleepte
de draak de poes in zijn hol en hij begon de poes te
verzorgen. Elke dag knapte de poes een beetje meer
op. De poes was hem zeer dankbaar. De draak
genoot hiervan maar hij voelde ook dat het kleine
beetje energie dat hij nog had begon op te raken. Hij
keek naar de poes, misschien had deze nog iets over
om aan hem te geven? Maar de poes die elke dag
sterker werd had al zijn energie zelf nodig. Op een
dag kon de poes weer op eigen benen staan en had
de zorg van de draak niet meer nodig. De draak voelde
zich blij en verdrietig tegelijk.
De poes werd vrolijk en ging op avontuur. Hij keerde
terug naar de draak met andere poezen en samen
hadden ze veel plezier. Als de poes, in zijn overmoedige
pogingen de wereld te veroveren, eens viel krabbelde
hij snel weer overeind en ging vol zelfvertrouwen
weer op weg naar een nieuw avontuur. De draak
lag op de grond, hij zakte bijna weg en met nog een
oog open keek hij naar de poes. Ineens wist de draak
wat hij wilde zijn. Net als de poes natuurlijk. De
draak verzamelde zijn laatste krachten en begon vra-
5
Er was eens een draak die een poes wilde zijn...
gen te stellen aan de poes en zijn vrienden. De draak
was slim en leerde snel. Hij besloot de poes na te
doen. Dat was nog niet zo gemakkelijk. Wel eens een
draak in een boom zien klauteren? De draak viel,
keer op keer. Maar iets in hem zei dat hij toch door
moest zetten. Als hij het echt wilde dan kon hij net
als de poes zijn. En op zo'n echte stralende zonnige
dag was het de draak eindelijk gelukt. De poes, zijn
grote vriend – hij had tenslotte zijn leven gered - was
hem aan het zoeken maar kon hem nergens vinden.
De draak begon te lachen, hij zat hoog in een boom.
Het was hem gelukt!! Ook de poes moest lachen:
‘Kijk nou die gekke draak, zit-ie toch boven in de
boom!’ ‘Hé poes,’ riep de poes, ‘kom je naar beneden?
Ik heb dorst en hier staat een schoteltje melk,
dus kom mee want van al dat klimmen krijg je dorst
en omdat je nu een poes bent moet je ook melk drinken.’
De draak-poes sprong uit de boom, hij kwam
zelfs als een echte poes op zijn poten terecht.
En met deze overwinning op zichzelf en iedereen
begon de draak weer te stralen. De zon scheen op
zijn huid en de draak kreeg de mooiste kleuren van
de wereld. Toen de poes en de draak samen sterk de
wereld in trokken begon iedereen ineens de draak
weer te zien. Maar nu als een lieve, slimme eigenwijze
poes, die lekker zijn eigen gang gaat en vol zelfvertrouwen
de wereld in stapt. Oké, af en toe deelde
de draak-poes een heis uit, maar niemand die zich
6
daar druk om maakte, want tja…dat doen alle poezen.
De draak-poes kon zichzelf zijn en maakte echte
vrienden. Niemand was meer bang voor hem want
vuurspugen, dat zou hij nooit meer doen. Hij was nu
eenmaal een poes en poezen spugen niet. En zo ging
de draak samen met zijn nieuwe vrienden, die hem
accepteerden zoals hij was, vol goede moed en zelfvertrouwen
op avontuur, zijn nieuwe leven in.

 

7
Er was eens een draak die een poes wilde zijn...

DRAAK-POES
WORDT
VOLWASSEN

Twee maanden en veel kattenkwaad later liggen
draak-poes en poes in de zon een beetje te klooien
met blaadjes die telkens door de wind worden opgetild.
Ze zijn onmogelijk te pakken maar draak-poes en
poes genieten van het spel dat nooit verveelt. Ineens
kijkt de poes naar de draak, ‘hoeveel levens heeft een
draak eigenlijk?’ ‘Huh?’ de draak keek verbaasd. ‘Een.
Hoezo? Dat is toch logisch?’ ‘Nou,’ zegt de poes, ‘ik
heb er hierna nog acht maar dan ben jij al op de helft
van dat ene leventje.’ En vervolgens had de poes toch
bijna een blaadje te pakken. De draak baalde. ‘Shit op
de helft,’ dat had hij zich niet gerealiseerd. Wat had
hij eigenlijk met de eerste helft gedaan en wat ging
hij met de tweede helft doen... ‘Weet je,’ zei de
draak, ‘een draak wordt al heel jong volwassen, vanaf
zijn vierde jaar. Dus daarna heeft de draak een heel
lang leven.’ ‘Ja, dat kan wel zijn,’ zei de poes, ‘maar
een is een en dat zijn er geen negen.’ De poes vond
zichzelf heel wijs en ging een beetje pedant door met
zijn blaadjesspel. De draak keek naar de poes en vond
zijn gedrag opeens heel kinderachtig. Dat voelde de
poes heus wel en hij wilde de sfeer graag goed houden
dus stelde hij een vraag. ‘Oké,’ zei de poes, mag
ik je een vraag stellen en dan moet jij antwoord geven
als een volwassen poes, een tijger eigenlijk. Dus niet
jezelf verplaatsen in mij want dat weet ik al lang dat je
dat kunt.’ De poes stelde zijn vraag, maar de draak
kon geen antwoord geven. De draak voelde zich
11
Draak-Poes wordt volwassen
gekwetst. Dit was hem nog nooit overkomen dat hij,
die toch zo ad rem kon zijn en overal een antwoord
op had, niet wist hoe op deze simpele vraag te reageren.
De draak stond met zijn mond vol tanden en
lachen…ho maar. Hij moest deze ongemakkelijke
situatie snel zien op te lossen. ‘Oké,’ zei de draak,
‘geef me een week en ik kom terug met het antwoord
op je vraag.’ ‘Mij best,’ zei de poes. Zoveel kon het
hem ook niet schelen en bovendien was de poes snel
afgeleid en had het druk met andere voor hem
belangrijke zaken. ‘Ik zie je,’ zei de poes en sprong
op de dakgoot. Alvorens de draak zich kon omdraaien
was de poes uit het zicht verdwenen en daar stond
hij dan, alleen met zijn vraag. Maar de draak had al
een idee. Hij zou op reis gaan naar de beruchtste tijgerfamilie
van China. Eenieder die het lef had om de
tijgers te ontmoeten en het overleefde kwam met een
antwoord terug waarmee menige levensvraag werd
vervuld. Makkelijk zou het niet worden maar wat kon
de draak anders... Na een lange en natuurlijk vermoeiende
reis, de draak rustte weer te weinig en zijn
gedrevenheid joeg hem voortdurend op, bereikte de
draak het leefgebied van de beruchte tijgerfamilie. In
de verte zag hij ze liggen; ogenschijnlijk loom en lui
in de schaduw onder de bomen. De draak liep voorzichtig
hun kant op. Plotseling kwam de grootste tijger
op hem af. ‘Zo,’ zei deze, ‘daar bent u dan. Wij
hadden u al verwacht! Zo te zien is het een vermoei-
12
ende reis geweest en u ziet er niet uit, sorry.’ ‘O,’ de
draak keek verbaasd, hij had zichzelf al een tijdje niet
meer gezien. ‘Kijk,’ zei de tijger, ‘ik weet waarvoor u
komt. U wilt u transformeren tot een tijger om zo
uw volwassenheid aan de poes te tonen. Maar als u zo
nodig bij ons wilt horen, dan moet u zich wel eerst
aan ons laten zien. Ja, er komen er meer hier die allemaal
even volwassen willen worden, maar zo simpel is
het niet en daarom hebben wij een test bedacht.
Alleen degenen die slagen kunnen in aanmerking
komen voor een transformatie, en zo niet, tja, honger
hebben we altijd, dus...’. De draak zuchtte, waar
was hij aan begonnen. Enfin, gelukkig kreeg de draak
eerst nog drie dagen de tijd van de tijgers om aan te
sterken. Want zo'n slap, wit uitgehongerd draakje
kon natuurlijk nooit een sterke, trotse tijger worden.
De tijger sleepte veel voedsel aan en de draak moest
hem beloven dat hij deze drie dagen niet van zijn
plek kwam. ‘Wat moet ik dan doen,’ zei de draak die
alles gewend was behalve rust. ‘Hoezo,’ zei de tijger,
‘gewoon niks. Net als wij, wachten, wachten op je
gedachten.’ De tijger schudde zijn hoofd, het zou wel
weer niks worden, de zoveelste sukkel. Na drie dagen
was de draak - met moeite weliswaar - tot rust gekomen
en het eten en de rust hadden hem goed
gedaan. ‘Zo,’ zei de tijger, ‘klaar voor je opdracht?
Zie je daar bij de groep die gekleurde ballen liggen?’
De draak, die al zoveel had meegemaakt stond ner-
13
Draak-Poes wordt volwassen
gens meer van te kijken en zag inderdaad allerlei
gekleurde ballen liggen bij de tijgers. De tijgers waren
echter iets onrustiger, sommige liepen ongedurig
heen en weer. ‘Goed gezien,’ grinnikte de tijger, ‘ze
krijgen al honger dus je moet snel zijn. Ik geef je drie
minuten om al die gekleurde ballen te pakken. Elke
tijger zal je een vraag stellen. Alleen een eerlijk antwoord
is goed en dan kun je gerust een bal pakken.
Elke bal heeft een andere kleur en als je ze eenmaal
hebt, zullen deze kleuren ook jouw leven gaan kleuren.
Dus, ga je gang. Wees snel want mijn vrienden
hebben trek en ze eten je gewoon op, hoor.’ De tijger
sjokte weg en ging op een afstandje onder een
boom liggen. De draak bleef enigszins ontredderd
achter. Drie minuten... Hij haalde diep adem en liep
de eerste tijger tegemoet. ‘Zo vertel me eens,’ zei de
eerste tijger. ‘Waar ben jij in je leven trots op
geweest?’ Meteen kwam de volgende tijger, de tweede,
aangelopen. ‘En vertel mij eens, welk compliment
heb je ooit gekregen dat indruk op je heeft gemaakt?’
Ook de derde tijger stond al naast hem met de vraag:
‘vertel mij eens over je mooiste reis.’ En tot slot de
vierde tijger, hij rekte zich uit en keek al verlekkerd
naar de draak.‘Vertel me eens. Wat voor een tijger
zou jij willen zijn?’ De draak keek verbaasd, deze vragen
had hij helemaal niet verwacht. Had hij onderweg
alles geleerd over de oude Chinese levenslessen,
de Chinese geschiedenis enzovoorts, en nou dit. De
14
draak ging bij zichzelf te rade, drie minuten zijn zo
om. Maar hij had wel iets geleerd van zijn avonturen.
De draak vroeg aan de tijgers anderhalve minuut tijd
voor zichzelf. Daarna zou hij antwoord geven. De tijgers
verklaarden hem voor gek. Dat zou nooit lukken
maar goed, een lekker hapje zou het ook worden. De
draak ging zitten, zo stil mogelijk, helemaal stil. Hij
bewoog niet en probeerde zelfs niet te denken.
Allerlei gedachten vlogen zijn hoofd uit, hij had er
zoveel maar het lukte. Ineens was zijn hoofd leeg en
de antwoorden op de vragen kwamen als vanzelf zijn
lege hoofd in. Hij liep naar de tijgers en verraste ze
allemaal. De hele groep was verbaasd, dat hadden ze
niet gedacht. De grote tijger kwam ook aangelopen.
Warempel het draakje was nog niet verslonden. ‘Mm,’
zei de tijger, ‘dat valt me niet tegen dus zeg het maar.
Wil je een tijger worden?’ ‘Nou,’ zei de draak opgelucht
en ook wel een beetje trots, ‘bedankt, maar ik
wil eigenlijk helemaal geen tijger worden. Wat ik wel
wil is die gekleurde ballen meenemen als dat mag.’
De draak pakte de ballen en nam ze snel mee naar
een veiligere plek want als tijgers moeten eten dan
maken ze echt niet eerst een goed gesprek af. ‘Zeg,
draakje,’ zei de grote tijger een beetje schertsend,
‘dat heb je mooi voor elkaar.’ Waarop de draak vroeg:
‘Heb je niet nog meer kleuren? Ik bedoel, ik hou
eigenlijk van heel veel kleuren en ik heb genoeg ervaringen

voor meer kleuren.’

 

15
Draak-Poes wordt volwassen
’Tjonge jonge,’ zei de tijger, ‘ik dacht dat jij slim
was. Jij weet toch als geen ander dat je van deze
vier basiskleuren veel meer kleuren kan maken?’
‘Ja, dat is zo. Maar dan heb ik wel water nodig,’
antwoordde de draak. ‘Je krijgt van mij nog een
kleur.’ De tijger vond zichzelf wel heel genereus.
‘Azuurblauw van de zee. Nou, dat is water zat of
niet dan? Ik kleur je voor de helft zeeblauw en met
de andere kleuren kun je de rest doen en daar kun
je best iets moois van maken. Als dat je niet lukt
gebruik dan je fantasie!’ Fantasie, natuurlijk, dat hij
daar niet eerder aan had gedacht. Helemaal vergeten,
maar met fantasie kon hij de kleuren mengen
zoals hij zelfde wilde, en ook zijn leven kleur geven
zoals hij zelf wilde. De draak kreeg onmiddellijk
ideeën. En geïnspireerde draken hebben een doel.
Ze weten wat ze willen, zijn enthousiast en grappig.
Vol zelfvertrouwen vertrok de draak met al zijn
kleuren terug naar huis. Onderweg struikelde hij
soms, als hij teveel naar de horizon keek en vergat
dat er nog wel eens flinke keien op de weg konden
liggen. Maar dan keek hij weer even over zijn
schouder en had veel plezier van alle mooie kleuren.
Hij wilde met zijn kleurige kant ook anderen gelukkig
maken en als hij moe werd dan keek hij over
zijn andere schouder en vond een soort innerlijke
rust in het prachtige, diepzeeblauw.
16
Weliswaar met een paar blauwe plekken en schrammen
kwam de draak veilig thuis en ging direct op
zoek naar de poes. ‘Hé,’ zei de poes, ‘ben je er
weer?’ ‘Is de trip mislukt? Zo te zien wel want ik zie
geen tijger.’ ‘Nee, inderdaad,’ zei de volwassen draak.
‘Maar beter een evenwichtige draak dan een gestoorde
tijger of niet dan?’ De poes lachte. ‘Zeg,’ zei de
draak, ‘wat was ook al weer die vraag van jou waar jij
van mij een volwassen antwoord op wilde, want dat
kan ik je nu geven!’ ‘O,’ zei de poes zijn poot likkend,
‘dat ben ik allang vergeten, was dat belangrijk
dan?’ De draak grinnikte nu ook, hij voelde zich nu
echt volwassen en dacht, die jeugd van tegenwoordig
en sprong in een keer op de dakgoot. ‘Hé poes,
waar blijf je?’
17
Draak-Poes wordt volwassen

 

DE DRAAK
EN ZEVEN
WACHTERS
OP EEN
CHINESE
MUUR

De draak had genoeg van de dakgoot en wilde zijn
leven kleuren met nog een groot avontuur. Hij
sprong eraf en bedacht ondertussen een spannend
reisdoel, de Chinese Muur! Dat zou wat zijn als het
hem zou lukken om de hele Chinese Muur te belopen.
Dat was nog eens een uitdaging. Wellicht
enigszins impulsief besloot de draak meteen te vertrekken.
Het was een enorme afstand maar de draak
had er zin in en begon vol goede moed aan de eerste
meters van de 6400 kilometer die de Chinese
Muur lang is. De Muur lag er schitterend bij, juist
omdat er nog een lage ochtendmist hing en het
landschap iets geheimzinnigs over zich kreeg en je
de kronkelende weg langzaam zag verdwijnen in de
verte. Maar de draak wist wat iedereen weet, de
Chinese Muur is lang, ontzettend lang en er waren
maar weinig mensen-dieren die de hele Muur hadden
belopen. Gelukkig waren er rustpunten op de
weg. Deze werden bewaakt door de wachters. Er
waren er zeven. Indrukwekkende figuren die met
hun verschijning alleen al ontzag inboezemden.
Zelfs de draak, die maling had aan autoriteiten en
welke vorm van gezag dan ook, deed een stapje
terug bij het zien van de eerste wachter. De wachters
hadden de Muur al ooit eens belopen, ze kenden
de weg als geen ander. Nu moet je niet verwachten
dat deze wachters je gaan vertellen hoe je
moet lopen en waar de valkuilen zitten, zodat het
21
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
makkelijker voor je wordt. Welnee. De wachters
staan er zelfs om het je nog moeilijker te maken.
Heel fijn, dacht de draak cynisch, dat is lekker. De
draak had helemaal geen zin in moeilijkheden. Hij
was gewend vrolijk en fluitend zijn weg te lopen en
als er al eens problemen waren dan werden ze door
de draak direct opgelost want de draak had geen zin
om zware lasten met zich mee te zeulen. Oké, soms
was hij bereid die van anderen te dragen maar ook
niet te lang, want zo sterk was hij nou ook weer
niet. En men moest er al helemaal niet vanuit gaan
dat zijn hulp vanzelfsprekend was, dan voelde de
draak zich beklemd in zijn vrijheid. Ja, het was
nogal een gecompliceerd draakje. Dat zag je er aan
de buitenkant niet aan af. De draak stond te kijken
naar de eerste wachter. Deze stond met een gewicht
van minstens driehonderd kilo met zijn sandalen -
van die simpele Chinese dingen - in de Muur. Nou,
die Muur moest wat kunnen hebben. De draak had
eigenlijk helemaal geen zin in een gesprek met deze
wachter. Hij moest nog even bijkomen van zijn eerdere
avonturen en wilde ongestoord de eerste kilometers
van zijn nieuwe reis af kunnen leggen. Zou
hij misschien om die wachter heen kunnen lopen?
Meestal was de draak handig in het omzeilen van
confrontaties. Hij kon met zijn snelheid en afleidende
trucs er meestal wel tussendoor glippen. De laatste
keer dat hij betrapt was kon hij zich niet eens
22
meer herinneren. Het was zijn tweede natuur
geworden. ‘Kijk,’ zei de wachter, ‘en die moet je
kwijt wil je verder kunnen lopen!’ De draak keek
verbaasd op: ‘Kunt u soms gedachten lezen?’ ‘Nee,’
zei de wachter, ‘maar hoeveel mensen en dieren
denk je, dat ik hier voorbij heb zien komen?’ ‘Dat is
waar,’ knikte de draak, en keek om zich heen.
Overal mensen-dieren. Ze hadden allemaal hetzelfde
doel maar toch waren ze allemaal anders. Eigenlijk
hadden ze alleen andere gewoontes want als je in de
verte keek leken ze allemaal op elkaar. Het leek wel
een hoop mieren die daar over de Muur aan het
sjouwen was. De hele tocht leek de draak ineens
onzinnig. ‘Ja, hoor,’ zei de wachter, ‘je hebt gelijk,
die Muur dat is ook onzin maar het is toch wel een
mooi houvast om langs op te lopen. Bovendien, als
je niet in beweging bent, dan sta je stil en als je te
lang stil staat dan kom je niet vooruit.’ De wachter
begon de draak te irriteren met zijn wijze woorden
en het idee dat zijn eigen gedachten nu ineens niet
alleen maar aan de draak toebehoorden maar blijkbaar
gemeengoed waren. Hoe moest hij dan zijn
individuele persoonlijkheid tot uitdrukking brengen?
‘Dat vind ik nou een mooie stelling,’ zei de
wachter. ‘Loop hier maar eens mee door en geef de
volgende wachter maar een antwoord.’ De draak
was verrast, dat viel toch nog mee. Hij keek op zijn
horloge, gelukkig niet te veel tijd verknoeid.
23
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
‘Ho, stop!’zei de wachter. ‘Dat horloge moet hier
blijven. Je mag geen materiële bezittingen mee
nemen.’ De draak deed zijn horloge af en zag het
verdwijnen in een enorme kist vol goud en zilver.
‘Zo,’ zei de draak, ‘mooi handeltje heb je daar, slim
hoor. Weet je wat, hier heb je ook mijn andere spullen,
wat kan mij het ook schelen,’ en de draak haalde
zijn zakken leeg. Warempel, er leek iets van een glimlach
te verschijnen op het gelaat van de wachter.
‘Nou, doorlopen jij,’ zei de wachter en gaf de draak
een schop onder zijn kont. En de draak liep door, hij
voelde zijn zakken, die waren echt helemaal leeg. Aan
de ene kant was hij opgelucht en had zin in zijn
avontuur, een spannend en nieuw begin. Maar aan de
andere kant was er de twijfel of hij er wel goed aan
had gedaan om deze grote reis te maken. Vooral
wanneer hij soms even over de Muur naar beneden
keek en een groot donker gat hem naar de diepte
leek te trekken. Snel richtte de draak dan zijn kop
weer op, keek omhoog en vrolijkte zichzelf op met
de schoonheid van het landschap om hem heen. De
Chinese natuur kon zich werkelijk van haar prachtigste
kant laten zien en zoals ik net vertelde, liet de
draak zich makkelijk opvrolijken door de schoonheid
en harmonie van de dingen om hem heen. De draak
zag het overal, in de kleur van een snoeppapiertje dat
fel tegen de strakblauwe lucht afstak als je het
omhoog gooide, de ontelbare kleuren groen en
24
blauw waarmee de zwarte Chinese bergen gezegend
waren. En dan het spel van licht en schaduw dat de
Muur kon omtoveren in een gouden lint dat haar
weg sprookjesachtig naar boven vervolgde door een
oase van zachte warme kleuren. De draak was zonder
dat hij het wist ineens een heel groot stuk verder
gelopen. Hij zag de tweede wachter al staan. Verrek,
zo snel al en hij had het antwoord nog niet eens
gevonden. Of wel? De draak wist het, in het zwevende
stuk, de kilometers waarin hij helemaal was opgegaan
in zijn gedachten, waar geen tijd was, geen
ruimte en alleen maar een soort van gelukkig makende
bevinding van er zijn en er ook weer niet zijn.
Daarin lag het antwoord op de eerste vraag. Er kwam
weer mooi weer aan voor de draak. Terwijl hij zijn
laatste meters tot de tweede wachter vrolijk doorstapte
kwam er ineens vanuit het niets een gigantische
onweersbui. Hoe kan dat nou, vroeg de draak zich
af, net was het nog zo'n mooi weer. ‘Tja,’ zei de
tweede wachter, die ook al zijn gedachten kon lezen,
‘een dag mooi weer is niet meteen een zonnig klimaat,
denk daar maar eens over na. Zie het maar
eens voor elkaar te krijgen! Je kunt je ervaringen
kwijt bij de derde wachter.’ Shit, de draak baalde, wat
nu weer? Hadden die lui niet iets anders? Moet je ze
daar zien staan, stelletje volgevreten, zelfingenomen
belachelijk uitgedoste derderangs soldaatjes. De draak
kon ontzettend kinderachtig zijn en had een flinke
25
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
voorraad scheldwoorden tot zijn beschikking om zich
op alles en iedereen af te reageren. Hij keek eens naar
de toeristen die foto nummer 312 maakten, om
straks weer trots aan de thuisblijvers te kunnen laten
zien dat ze op de Chinese Muur gelopen hadden,
goed hè? Nou, de draak keerde zich af van het goedkope
volksvermaak en zocht zijn eigen camera. Shit,
die had hij ook afgegeven. Nou ja, de mooiste beelden
zouden toch wel in zijn hoofd blijven hangen,
die kon je eigenlijk niet vastleggen. De draak keek
nog eens om zich heen. Het uitzicht bleef mooi en
als hij achterom keek dan zag hij dat hij toch al heel
wat kilometers gelopen had. Dus eigenlijk kon hij
best tevreden zijn. En hij ging op zoek naar de volgende
wachter, maar al zochten zijn ogen de hele
Muur af, na elke bocht opnieuw, hij vond geen wachters.
De draak begon moe te worden en begreep er
niks van. Zou hij er soms een voorbij gelopen zijn,
zou hij er misschien een over het hoofd hebben
gezien? Dat zou betekenen dat hij een stuk terug zou
moeten lopen. Balen, dat was echt balen. En de
draak die wist dat er niks anders op zat dan om te
draaien, keerde om en liep de weg weer terug. Dat
heb ik weer, dacht de draak met de eerste blaren al
aan zijn poten. Ben ik net goed op weg, kan ik weer
terug. ‘Inderdaad,’ zei de stem van de derde wachter,
‘je moet een heel eind terug.’ ‘Waar zit je,’ riep de
draak, ‘ik zie je helemaal niet.’ ‘Dat klopt,’ zei de

 

26
stem, ‘ik ben een onzichtbare wachter, maar als je
terugloopt dan zul je me vanzelf vinden. Ik kom je
alleen maar halen. Je hebt veel te snel gelopen dus je
moet weer terug.’ En weg was de stem. De draak
krabde op zijn kop, alsof hij even zijn hoofd moest
voelen om te controleren of hij dit wel echt meemaakte,
of dat zijn gedachten met hem op de loop
waren gegaan want hij zou niet de eerste draak zijn
die krankzinnig de Muur verliet. De draak herstelde
zich van deze gedachten en begon eerst maar eens
eten te verzamelen. Even bezig zijn met aardse zaken
gaf goed tegenwicht aan zijn gedachtespinsels. De
draak at, sliep, deed zijn sportieve oefeningen en was
in topconditie. Met grote bijna springende stappen
ging hij de weg weer terug. Oké, als het dan toch
moest dan maar even een stuk terug. Hij had toch
tijd genoeg en hij wilde ook geen wachters missen.
De draak keek zelfs goed om zich heen en zag ineens
allerlei nieuwe dingen. ‘Ja, die had je eerst niet
gezien hè.’ De draak keek om. Hé, hij had de derde
wachter gevonden. Deze was in tegenstelling tot de
eerdere twee wachters erg vriendelijk en lachte zelfs
echt. ‘Ga even zitten,’ nodigde de wachter de draak
uit. En hij legde een mooi kussen neer voor de draak.
‘Nou graag,’ zei de draak die best wel bereid was om
hard te werken en door te zetten maar er ook van
genieten kon om lekker achterover te leunen. De
wachter en de draak dronken samen thee en kletsen
27
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
wat over onbenullige zaken die soms leuk genoeg
waren om genoeglijk wat gedachten over uit te wisselen.
Ook het weer kwam aan bod. De draak vertelde
over zijn laatste ervaring, dat hij genoot van de tocht
als er een strakblauwe lucht boven de Muur te zien
was en de stralende zon er voor zorgde dat hij lekker
warm kon doorlopen. Maar waar die donkere buien
dan ineens vandaan kwamen, die brachten de draak
uit zijn evenwicht, uit balans. Nou wist hij wel dat je
echt niet zomaar van de Muur kon vallen, dat
gebeurde ook bijna nooit, maar de angst hiervoor
was voor eenieder die de Muur ging bewandelen, wel
herkenbaar. ‘Precies,’ zei de wachter, ‘dus vind iets
waarmee je die bui kunt wegblazen. Niet dat vuur
spugen van jou hè, dat bedoel ik niet. Misschien
moet je juist niet je kracht gebruiken maar je zachtheid.
Denk er maar eens over na en doe de hartelijke
groeten aan wachter vier. Wij zien elkaar de laatste
tijd ook niet vaak meer en dat vind ik wel jammer.
Dus als je hem de groeten wil doen, graag.’ De draak
bedankte voor de thee, typische kruiden zaten erin,
de smaak bleef lang hangen. Op zich wel lekker,
maar de draak baalde dat hij niet eens een tandenstoker
had om de theeblaadjes tussen zijn tanden mee te
verwijderen. En voor de tweede keer zag hij nu
dezelfde weg voor zich. Alles leek alleen veel lichter
van kleur, maar het was toch echt dezelfde weg. De
draak dacht na, hij liep veel rustiger, alsof hij zijn
28
onrust en chaotische gedachten had achtergelaten op
zijn stappen terugwaarts. Het leek hem eerst zo overbodig
en tijdverspilling om terug te lopen, maar nu
was hij toch weer vrolijk en omdat hij zijn evenwicht
had hervonden durfde hij zelfs een stukje te lopen op
de smalle rand van de Muur. Wat een lef! Je zag het
aan de gezichten van de toeristen. Maar voor ze de
draak konden vastleggen op het kiekje voor thuis,
was de draak er weer vanaf gesprongen. Aan de
goede kant! De draak begon ook gesprekjes, er liepen
zoveel mensen-dieren over de Muur, maar de meesten
liepen maar een klein stukje. De hele afstand was
voor hun niet weggelegd. De draak was benieuwd
wie hij aan het einde van de Muur zou ontmoeten.
Maar zover was het nog lang niet. Hij had het niet
verwacht van zichzelf maar de draak had wel geduld,
hij had er wel vertrouwen in dat hij zijn doel wel
bereiken zou. En het was tijd voor de ontmoeting
met wachter nummer vijf. Die liet het regenen maar
de draak liet zich er niet door weerhouden. Hij was
kletsnat maar het deerde hem niet. Verregend bereikte
hij de wachter. Daar zou hij wel kunnen schuilen,
toch? ‘Nee,’ zei de wachter. ‘Sorry, je bent op jezelf
aangewezen, je zoekt het maar uit.’ ‘Nou zeg,’ zei de
draak, ‘wat ben jij chagrijnig. Is dat omdat je hier zelf
al uren in de regen staat? Dat kan ik me wel voorstellen
hoor,’ zei de draak die wel vriendelijk wilde blijven.
‘Maar goed, daar kan ik niks aan doen.’ De
29
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
draak besloot deze wachter maar te laten staan en
wilde doorlopen. De wachter holde hem achterna en
zei zelfs sorry. Dit was voor de draak ook weer
nieuw. ‘Oké,’ zei de draak, ‘maakt niet uit, we beginnen
opnieuw. Had je nog een vraag of opdracht voor
mij?’ De wachter dacht even na en zei nee. ‘Weet je,
het is al goed zo, je hebt eerlijk iets gezegd, je bent
voor jezelf opgekomen, hebt niemand gekwetst en je
hebt gekozen om je eigen weg te volgen. Dus wat
mij betreft mag je doorlopen, misschien kun je zelfs
wachter zes overslaan.’ ‘Nee,’ zei de draak die had
geleerd om moeilijkheden te overwinnen, ‘ik doe ze
allemaal.’ ‘Weet je het zeker?’ De wachter keek
bedenkelijk, en wees naar een stipje heel in de verte
dat wachter zes zou moeten zijn. ‘Dat is een hele
moeilijke hoor, de meeste mensen-dieren zijn blij als
ze die over mogen slaan.’ ‘Nee,’ zei de draak die zijn
vasthoudendheid op volle kracht had hervonden, ‘ik
ga en ik loop en ik ontmoet die wachter nummer zes
en ik zie wel hoe het loopt, ik ben nergens bang
voor.’ De wachter knikte: ‘Zo zo, nou succes dan
maar en bereid je maar voor op de vrije val.’ Bij het
horen van deze woorden stampte de draak nog eens
met zijn poten stevig op de grond. Hij liet zelfs een
afdruk na. Hoezo vrije val, niemand krijgt mij omver,
dacht de draak. Totdat wachter zes ineens als een
enorme reus voor hem verscheen. Tjonge, dacht de
draak, wat een enorme vent. Zo, daar loop je inder-
30
daad niet zo maar even omheen. De wachter zei niks
en pakte de draak op met twee vingers en bracht hem
naar zijn gezicht. De draak keek nieuwsgierig
omhoog en bleef gelukkig omhoog kijken totdat hij
in de ogen keek van deze reusachtige wachter. In de
ogen zag hij opeens een film. Een film waarin de
draak de hoofdrol speelde, weliswaar als een heel
klein draakje, maar toch herkenbaar. De film was een
chaos van allerlei fragmenten die zich speels en zonder
enige chronologie elkaar afwisselden. Daar hadden
ze wel eens een regisseur bij mogen halen, dacht
de draak nog. Hij viel van de ene verbazing in de
andere. Zoveel beelden, plaatsen, dieren, mensen,
mooie herinneringen en natuurlijk ook nare, verdrietige
herinneringen zoals iedereen wel heeft en waaruit
een leven is opgebouwd. Ineens knipperde de
reuze wachter met zijn linkeroog, het was een heel
diep donker oog. Het was moeilijk voor de draak om
daar iets in te zien. De draak moest zich goed concentreren
en warempel, de beelden werden langzaam
iets duidelijker. Hij kon ze niet zo goed plaatsen als
de andere beelden die hij daarvoor had gezien. Die
was hij misschien dan wel vergeten geweest maar hij
kon ze zich direct weer herinneren. De draak kreeg
koude poten en begon te trillen waarop de wachter
hem nog dichter bij het donkere oog trok. ‘Welkom,’
zei de wachter met een donkere stem, ‘welkom in het
oog van de verborgen emoties.’ De draak schrok, hij
31
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur
zag de beelden flitsen. Was hij dat? Ja, hij was het
echt en ineens voelde de draak het en hij schrok
weer. De draak schrok zo erg dat de wachter hem liet
vallen. De vrije val, dacht de draak terwijl hij viel. Hij
liet het gebeuren maar ontdekte net voor de grond
zijn vleugels. Natuurlijk, draken konden vliegen. Wie
kende deze verhalen niet, de avonturen van de vliegende
draak? De draak haalde opgelucht adem, hij
had de vrije val overleefd. Hij was gered! En door
wie? Door zichzelf. Hij keek naar zijn vleugels, strekte
ze uit. Het was nog een beetje onwennig, een
beetje stroef en nog niet echt soepel. Dat vliegen
moest hij nog veel oefenen, maar hij kon het! Dat
voelde hij. Wauw… Dat was te gek. Hij zou die laatste
kilometers over de Muur vliegen, hij kon zelfs
even van de Muur weg vliegen en weer terugkomen.
Wat een vrijheid. De draak stond weer op zijn poten
en klapte zijn vleugels in want hij moest zuinig zijn
op zijn nieuw verworven rijkdom. Langzaam liep hij
gewoon door. Niemand kon iets aan de draak zien
maar af en toe huppelde de draak een stukje van heimelijk
plezier. ‘Hé, kijk papa, een huppelende draak,’
riep een klein meisje tegen haar vader. ‘Kom,’ zei de
vader, ‘genoeg gelopen. Je begint spoken te zien, we
gaan terug.’ De draak liep verder en gaf het meisje
een knipoog. Het laatste stuk van de Muur was minder
lang maar wel erg steil. De draak had er moeite
mee en viel soms gewoon achterover. Voorzichtig
32
klapte hij dan zijn vleugels uit en vloog een klein
stukje omhoog. Dit ritueel wisselde hij af net zo lang
tot hij uiteindelijk boven kwam. Helemaal aan het
eind van de Muur stond een paleis. (Dat staat er niet
in het echt maar in dit verhaal hebben we wel een
paleis nodig). De draak stond voor de deur, er was
geen bel, geen klopper en de laatste wachter was ook
nergens te bekennen. De draak keek omhoog, boven
in de toren zat wachter nummer zeven. En kijk, ook
een soort Doornroosje, een enorme rozenstruik, en
de wolf van de zeven geitjes. Ja, de draak kende ze
wel, de westerse sprookjes. Ze waren er allemaal.
‘Hé,’ riep de draak naar de wachter, ‘waar ben ik nu
terecht gekomen? Het lijkt wel alsof ik in een andere
wereld ben.’ ‘Ja, je bent er,’ riep de wachter terug.
Met een zwierige zwaai en zonder hulpmiddelen
opende hij de zware maar prachtig bewerkte oude
deur. ‘Welkom in de andere wereld!’ En de draak
veegde een traan weg die zomaar uit het niets brutaal
te voorschijn kwam. Bij de tweede traan liet de draak
het maar gaan en moest zelfs lachen. De wereld werd
er zelfs mooier door. De draak besloot dat zijn lange
reis hier even ten einde was, althans voorlopig, want
de draak voelde zich een echte reiziger en gewapend
met vleugels zou hij nog vele avonturen kunnen
beleven.
33
De Draak en Zeven Wachters op een Chinese Muur

 

DE DRAAK
EN DE GELE
RIVIER

Wie verwacht dat de draak nu meteen de spannendste
avonturen aller tijden meemaakt zal nog even geduld
moeten hebben. Natuurlijk waren de mogelijkheden
van de draak enorm vergroot door zijn ontdekking dat
hij kon vliegen, maar de draak moest zijn nieuwe verworvenheden
nog een beetje zorgvuldig koesteren. En
het liefst met een portie geduld bewaken. Geduld hebben
is lastig vooral voor een draak die het liefst altijd
actief onderweg is. Maar aan de andere kant beschikte
de draak ook over een enorme wilskracht, dus besloot
hij zichzelf geduld aan te leren. Als je denkt dat dit
heel simpel is dan moet je maar eens gaan zitten, net
als de draak languit en even helemaal niks doen, echt
niks doen. Binnen tien seconden was de draak in
gedachten alweer onderweg. Maar een reiziger moet
ook af en toe stilstaan om te genieten van het uitzicht
en ook om zijn koers te bepalen. Welke kant, welke
afslag zou de draak nu moeten nemen. Een niet geheel
onbelangrijke beslissing die het beste intuïtief genomen
kon worden omdat deze veel gevolgen zou hebben
voor zijn nieuwe reis. De draak maakte een keuze
en besloot naar de Gele Rivier te gaan. Aan het water
zou de draak goed kunnen nadenken en daar een
nieuwe beslissing nemen. Zou het de Zijderoute worden,
de bergen of de droge vlaktes in het zuiden. De
draak keek naar de rivier. Natuurlijk ze was blauw,
groenig, eigenlijk eerder een beetje bruinig van de vervuiling
maar soms leek het bruin een okerkleur. En als
37
De Draak en de Gele Rivier
de zon er op scheen en je je ogen halfdicht kneep, dan
kon je de rivier zien als zijn naam: De Gele Rivier.
Tegen de oever lag een oude boot, een roeiboot. Zo'n
boot die z'n beste tijd wel heeft gehad met afgebladderde
verf, oude verweerde kleuren maar desondanks
een boot met karakter. En daar hield de draak wel van.
Hij zocht overal het karakter. Ja, wat dat betrof was hij
een echte Chinese draak. Die staan erom bekend dat
ze overal een karakter aan geven en daarmee een diepere
betekenis aan alledaagse voorwerpen. De draak
was toch wel een beetje trots op zijn afkomst en voelde
de verwantschap met zijn eigen persoonlijke
geschiedenis. De draak klom in de boot, hij leek wel in
orde en de draak besloot met de oude roeiboot de
Gele Rivier af te varen. Hij voelde de vrijheid en liet
zich achterover leunen met zelfs zijn ogen even dicht.
Dat doet een draak niet zo snel, want ze zijn erg wantrouwend.
Waakzaamheid was een van zijn kenmerken,
want je wist maar nooit wat er gebeurde en een draak
wilde op alles voorbereid zijn. Maar nu wist de draak
zich veilig en vertrouwd. Hij had vertrouwen in zijn
boot, in zijn reis en in zichzelf. Als het water te wild
werd dan zou hij in de boot gaan staan om zijn evenwicht
te bewaren. Als het zou gaan regenen dan haalde
hij met een emmertje het overtollige water uit de
boot. Als de wind de boot zou stuk slaan op de rotsen
dan zou hij de gaten dichten met zwerfhout. Als de
hele boot zou zinken dan zou hij zichzelf redden met
38
een stuk drijfhout. Met geduld had de draak zijn zelfvertrouwen
teruggevonden en bereikte zonder problemen
de oever van de rivier. Daar waar de Gele Rivier
ophield te bestaan was een kruispunt van wegen, bruggetjes,
watervallen en bergen. De draak had zijn positie
bepaald en zou nu een route gaan kiezen. Het viel
nog niet mee om een keuze te maken want alle routes
zouden de moeite waard zijn. Maar ja, zoveel tijd had
de draak niet en hij moest toch echt een keuze maken.
De draak dacht aan zijn voorvaderen en herinnerde
zich vele verhalen over de door hun gelopen routes.
Maar de draak wilde zijn eigen route lopen want hij
had al te lang het pad gevolgd zoals zijn voorvaderen
het voor hem bestemd hadden. In China was het de
gewoonte dat je voorvaderen een route voor je uitstippelde
zodat de volgende generatie in hun voetstappen
zou treden. Eeuwige roem was de prijs voor hen wiens
wegen het langst bewandeld werden. De geesten van
de voorvaderen deden er alles aan om hun kroost op
dezelfde weg te houden want ze hadden er een groot
belang bij om de familie eer hoog te houden. Dus
moest je van goede huize komen om van het pad af te
wijken. Ook de draak had altijd keurig de uitgestippelde
weg gevolgd en hij was ook gevoelig voor de goedkeuring
van de geesten geweest. Zonder al te veel na
te denken was het best gemakkelijk geweest voor de
draak en hij was best wel tevreden met de weg die zijn
voorvaderen voor hem hadden uitgetekend. Maar na
39
De Draak en de Gele Rivier
zijn reis over de Chinese Muur en de ontdekking van
zijn vleugels had de draak de beschikking over nieuwe
mogelijkheden, mogelijkheden om van het pad af te
wijken. De draak nam een heldhaftige beslissing: Hij
hoopte maar dat zijn voorvaderen niet al te heftig zouden
reageren maar ja dat moest hij dan maar over zich
heen laten komen. De draak besloot nu eens voor
zichzelf te kiezen! En om zichzelf te overtuigen van
deze keuze herhaalde de draak zijn beslissing hardop
voor zichzelf. ‘Goed plan,’ kwaakte een lelijke groene
kikker. ‘Hallo,’ zei de draak die ook wel blij was met
dit onverwachte gezelschap. ‘Wat ben jij aan het
doen?’ ‘O,’ zei de kikker, ‘ik spring van het ene waterblad
op het andere en dat probeer ik zo goed mogelijk
te doen. Dat moet ook wel want anders val ik er ook
af.’ Inderdaad, en de draak bekeek de kikker alsof hij
pas voor de eerste keer in zijn leven een kikker zag. De
kikker voelde zich gevleid en ging met zijn poten (die
alle spieren aanspanden) stevig op het blad van een
waterlelie staan. ‘Kijk,’ zei de kikker en met een reuze
kracht sprong hij ineens omhoog naar het volgende
blad. Heel veerkrachtig landde hij met behoud van
zijn evenwicht op de volgende waterlelie. De draak
vond het wel mooi en hij probeerde langs de waterkant
de kikker na te doen door van de ene steen op de
andere te springen. Een paar keer lukte het maar de
arme draak hield zijn evenwicht niet en viel steeds.
‘Hé,’ riep de kikker, ‘dat springen is niet echt jouw
40
ding. We zijn wel allebei groen maar meer overeenkomsten
zie ik verder niet.’ ‘Nee,’ zei de draak, ‘daar
heb je gelijk in, maar ik vind het gewoon leuk om je
na te doen, ik hoef echt niet alles te kunnen hoor!’
‘O’, zei de kikker, ‘ik dacht dat draken zo trots waren
en van die alleskunners.’ En de kikker keek naar de
draak alsof het de eerste keer was dat hij in zijn leven
een draak zag. Wat waarschijnlijk ook zo was. De
draak vroeg aan de kikker wat hij eigenlijk van draken
afwist. Dit deed de draak met name omdat hij vaak
bevestiging van anderen van zijn kwaliteiten nodig
had. De kikker vertelde dat hij onderweg wel het een
en ander had gehoord over draken, dat er verschillende
soorten zijn met verschillende karakters. ‘Jij bent
van origine een echte groene draak, toch,’ vroeg de
kikker. De draak knikte bevestigend. ‘Nou,’zei de kikker,
‘ik weet van mijn opa dat groene draken geluk
brengen.’ De draak glimlachte, dat vond hij wel mooi.
‘Maar,’ vervolgde de kikker, ‘ze zijn wel heel gevoelig,
vooral voor donder en bliksem. En als ze te moe worden
dan is het gebeurd met de groene draak.’ ‘Mm,’
de draak wilde tegensputteren maar hij wist wel dat de
kikker ergens gelijk had. De kikker ging nog even door
en gaf de draak het advies om vaker te rusten en hij
gaf de draak ook een tip hoe hij over valkuilen kon
springen. ‘Waar ga je nu naar toe,’ vroeg de kikker. De
draak zei dat hij op zoek was naar een weg waar hij
inspiratie zou kunnen vinden. De kikker noemde de
41
De Draak en de Gele Rivier
mogelijke routes op maar dat was nou net het probleem
voor de draak, hij kon niet kiezen. De kikker
stelde voor dat hij een weg voor de draak zou kiezen,
hij bekeek de draak eens goed en vertelde hem dat hij
het kleine weggetje tussen de routes door moest
nemen. Dit pad zou leiden naar de bronnen. ‘Ja,
hallo,’ zei de draak, ‘maar dat is een keisaaie weg, daar
heb ik helemaal geen zin in.’ ‘Kwaak,’ zei de kikker
wat het beste antwoord was op de verwende draak.
‘Oké,’ de draak haalde zijn schouders op. Hij zou de
weg van de kikker volgen en als het niks werd dan zou
hij zich wel omdraaien om een van de echt mooie routes
te nemen. De draak volgde het pad. Het was inderdaad
een saaie weg en nergens was ook maar een teken
te zien van de bronnen die hij zou moeten vinden. De
draak besloot stevig door te lopen en al lopende kon
de draak zijn gedachten laten gaan. Maar hij moest
ook wel opletten want het pad leek soms helemaal op
te gaan in het landschap en dan raakte hij de weg weer
kwijt. De draak besloot zich beter te concentreren en
hield nu alleen nog maar de weg in de gaten. Het
werd steeds stiller, om de draak heen, maar ook in het
hoofd van de draak zelf werd het rustiger. En kijk daar
stond een bordje. Jammer, het was geschreven in het
Mandarijn en de draak kon alleen Kantonees. Maar
goed je kon zien dat de pijl naar rechts wees en er
stond zelfs een klein tekeningetje van een waterval op.
Dus de draak zat goed en hij verheugde zich al op een
42
prachtig klaterende waterval. Bij een open plek in het
gras ging de draak even zitten, hij was moe en besloot
even toe te geven aan de slaap die hem overviel. Toen
hij wakker werd zag hij ineens de kikker weer naast
zich. ‘Hé, jij ook hier’ zei de uitgeruste draak. De kikker
vroeg nu de draak om hulp. Hij had een probleempje
en vroeg aan de draak wat hij zou doen als...
De draak begon enorm te kletsen en droeg wel tien
oplossingen aan. ‘Zo,’zei de kikker, ‘dat zou ik nou
weer niet kunnen. Ik ben al blij als ik een oplossing
vind maar jij kan er met gemak wel tien verzinnen!’
De kikker keek naar de draak die enorm veel plezier
had omdat hij zoveel kon verzinnen. ‘Volgens mij,’ zei
de kikker ‘heb jij je bronnen al gevonden.’ ‘Welke
bronnen,’ vroeg de draak verbaasd en keek om zich
heen. ‘Ik zie nergens bronnen.’ ‘Wat dacht je van
inspiratiebronnen,’ vroeg de kikker en dacht bij zichzelf,
stomme draak, dat weet toch iedereen. ‘Wie rust
zoekt zal inspiratie vinden en dat is een mooie bron
die onuitputtelijk is.’ De draak kreeg respect voor de
kleine onooglijke kikker. ‘Vrienden’ vroeg de draak.
‘Voor het leven,’ antwoordde de koude kikker en
schudde de draak warm de hand.
43
De Draak en de Gele Rivier

 

DRAKENRUG

De inspiratiebronnen hadden niet alleen de draak
maar ook talloze dierenvrienden uit het Chinese rijk
geïnspireerd tot het bundelen van hun krachten. Met
de draak als stuwende leider resulteerde hun samenwerking
in de bouw van een prachtige gouden tempel.
Deze tempel kwam midden op de berg, die later
in het verhaal Drakenrug gaat heten, te staan.
Rondom de tempel was veel ruimte gelaten waar elk
dier zijn eigen plek kon maken en naar eigen inzicht
mocht invullen. De draak was klaar met zijn belangrijkste
taak, hij had alle individuele talenten van de
dieren samengevoegd en samen was het ze gelukt om
een staaltje bouwkunst te verwezenlijken die alleen
maar in sprookjes bestond. De draak keek tevreden
naar de tempel en hij was nog steeds verbaasd over
datgene wat ze samen hadden bereikt. De dieren
vonden dat het tijd werd voor een groot feest. De
draak trok zich terug en liet ze hun gang gaan. Hij
hoefde nu geen leidersrol te vervullen en ging als een
tijger op een afstandje onder de boom liggen om van
daaruit te kijken naar alle drukte die er ontstond tijdens
de voorbereidingen van het grote feest. De
draak voelde zich ouder en wijzer worden maar hij
werd wreed verstoord in zijn overpeinzingen. Ineens
kwam een groep Chinese mannen zijn kant op gelopen,
wijzend naar de draak. De Chinezen hadden het
echt op de draak voorzien en voor hij het besefte
werd de draak gevangen genomen. Een groot net viel
47
Drakenrug
over hem heen, hij kon geen kant meer op. De
Chinezen trokken de draak in het net en rolden hem
de berg af, het dal in. Daar waren wel duizenden
Chinezen bezig met de voorbereidingen voor eveneens
een groot feest. De nieuwe keizer zou geboren
worden, althans dat hadden de toekomstvoorspellers
gezien. Deze keizer zou in China in hoog aanzien
staan. Het dorp zag er prachtig uit. Ondanks zijn
gevangenschap kon de draak plezier beleven aan het
beetje uitzicht wat hij door het net had. De draak
zag honderden lampjes, straten versierd met kleurige
linten en enorme hoeveelheden vuurwerk die opgestapeld
lagen om het feest tot een groots spektakel te
verheffen. Maar waarom ze nu juist hem gevangen
hadden genomen was de draak een raadsel. Een kleine
groep Chinezen kwam op hem af. De draak
mocht uit het net een kooi in, kreeg eten en zelfs
vriendelijke schouderklopjes. Daarna werd de draak
versierd met verf, glitters, linten en opeens wist de
draak het: Natuurlijk, ze hadden hem gevangen
omdat hij moest meelopen met de optocht. Dat hij
daar niet eerder aan had gedacht! De draak had er in
eerste instantie helemaal geen zin in. Hij hield niet
van die poppenkast en hij voelde zich vreselijk opgelaten
met al die versiersels. Wat een overdreven eerbetoon,
dacht de draak bij zichzelf. Want hij wist dat
hij als draak succes en geluk moest verbeelden in de
optocht. Chinezen waren gek van draken (wat niet
48
altijd wederzijds was) maar de draak had geen keus.
Hij zou zijn rol spelen maar er daarna als een haas
vandoor gaan. Dat besluit stond vast. De avond van
het grote feest naderde, de draak had zich in zijn lot
geschikt. Dit tot grote vreugde van de Chinezen die
zich nu helemaal lieten gaan; ze versierden de draak
zo mogelijk nog uitbundiger. Hij werd de allermooist
versierde draak ooit! Inmiddels was het donker
geworden, trommels klonken vanuit de verte en de
optocht werd opgesteld. De draak moest in het midden
lopen. Het was een geweldig spektakel van kleuren
en lichtjes. Het was erg feestelijk. Het dorp lag
als een schitterende parel in het dal. Ook de draak
raakte onder de indruk van het feest. Hij vond zichzelf
toch ook wel heel bijzonder en besloot ook al
dansend mee te lopen in de optocht. De Chinezen
klapten en waren heel enthousiast. Dit was niet alleen
de mooiste draak maar ook nog een dansende draak!
Dit moest een voorteken zijn voor een heel gelukkig
jaar, een keizerlijk jaar. De keizer die nu geboren
werd zou een geluksbrenger worden voor het hele
volk. De Chinezen klapten, joelden en sloegen fanatiek
op hun trommels. Het was een oorverdovende
herrie totdat in een klap de draak plotseling tot stilstand
werd gebracht. Bewegingsloos, als aan de
grond genageld, zette de draak ineens geen enkele
stap meer. Duizenden Chinezen waren ineens stil en
alle ogen waren gericht op de draak. De kop van de
49
Drakenrug
draak viel van zijn romp en het lichaam van de draak
spleet in stukken. De draak was uit elkaar gevallen.
De Chinezen begrepen niet wat er gebeurde.
Plotseling begon een Chinees te roepen dat de nieuwe
keizer werd geboren. Natuurlijk dat zou het zijn.
Dat was het wonder dat voorspeld was. Uit de draak
werd hun nieuwe leider, de nieuwe keizer van China,
geboren! De Chinezen werden opnieuw gek. Nu van
vreugde en ze schreeuwden en duwden en trokken
elkaar omver om hier maar niks van te hoeven missen.
Iedereen wilden het met eigen ogen kunnen
zien. Van de draak was inmiddels niks meer over. En
inderdaad, er stak een arm uit zijn buik. Een arm van
een mens. De Chinezen jubelden, de nieuwe keizer,
onze redder, onze geluksbrenger! Maar hun blijdschap
sloeg ineens om in teleurstelling. Want jawel,
er kwam een mens uit de draak. Maar nee, dit kon
niet waar zijn. Wat een tegenvaller. Het was geen
jongen, het was... Men durfde bijna niet te kijken,
het was een meisje. Wat een teleurstelling! De
Chinezen werden woedend want dit hadden ze niet
verwacht. Het meisje was inmiddels bijna uit de
draak geklommen en keek in duizenden woedende
streepjesogen. En geloof me, het is geen geintje als
duizenden mensen tegelijk in opstand komen. De
dieren die boven op de berg hun eigen feestje hadden
bij de gouden tempel, hadden het schouwspel
gevolgd dat zich in het dal afspeelde. De grote
50
Bengaalse tijger, die zoals altijd lekker lui onder de
boom lag, kwam zowaar opeens in actie. Wat toen
gebeurde noem ik nog eens een wonder. De tijger
sprong met een enorme snelheid de berg af, rende
honderd Chinezen omver en met een geweldige
timing viste de tijger het meisje uit de draak, net
voordat de Chinezen zich er met z’n allen op wilden
storten. Iedereen keek verbaasd naar de grote
Bengaalse tijger. Ze waren opgelucht want ze dachten
allemaal dat de tijger het meisje wel zou opeten.
De Chinezen begonnen te applaudisseren.
Vervolgens nam de tijger het meisje mee en verdween
met haar de berg op. De Chinezen vierden de
goede afloop en gingen verder met de optocht. De
eerste vuurpijlen werden de lucht in geschoten. De
tijger bereikte de berg en zette het meisje neer bij de
gouden tempel. Het drakenmeisje was helemaal verbouwereerd.
Ze werd niet opgegeten door de tijger,
maar gered! Spontaan gaf ze de tijger, die er zelfs op
z'n vriendelijkst gevaarlijk uitzag, een zoen op zijn
neus. De tijger veranderde door haar kus in een jongen
en alle dieren veranderden in sympathieke mensen.
Tegelijkertijd verschrompelden de Chinezen in
het dal tot een mierenhoop. Er bleef niks van over.
Boven op de berg, bij de gouden tempel zou de
nieuwe stad ontstaan met een gouden toekomst voor
alle bewoners en de kleine, weliswaar moderne, vrouwelijke,
keizer liet niet lang meer op zich wachten,
51
Drakenrug
evenals een klein speels draakje. Samen werden zij de
nieuwe geluksbrengers. Oké, misschien af en toe wat
gedoe over de inrichting van het huis en de tuin, de
opvoeding van de kinderen, wanneer gaan we naar
jouw moeder en wanneer naar de mijne, en meer van
dat soort dingen... Maar de Bengaalse tijger en het
Drakenmeisje hadden niet alleen hun dromen gerealiseerd,
ze maakten er zelfs een sprookje van. En zoals
het gaat met sprookjes, zou ook dit verhaal nog jaren
later worden doorverteld. En ze leefden nog lang en...
52

 

 
 
 
"Special prize (June 2007)". This story will be published in an anthology.

 

 

 
ÉLISEZ VOS MEILLEURS ARTISTES
 
INVITEZ VOS PROCHES A VENIR VOTER
 

ÉCOLE Á DISTANCE

ACADÉMIE DES BEAUX-ARTS
Sculpteur sur bois
Artiste Peintre
Artiste Dessinateur
Dessinateur de BéDé

ACADÉMIE DU CINÉMA ET DES MEDIAS
Producteur Ciné Télé
Réalisateur Cinéma
Réalisateur Télé
Directeur de Production
Assistant Réalisateur
Scénariste
Storyboardeur
Reporter d'images
Monteur
Réalisateur Vidéo

ACADÉMIE DE L'ÉCRITURE ET DE LA PHILOSOPHIE
Poète
Auteur de chansons
Romancier(ère)
Auteur de Polar
Auteur de Romance
Auteur des érotiques
Nouvelliste
Conteur
Dramaturge
Écrivain pour jeunes
Auteur d'autobiographie
Romancier Graphique
Philosophie

ACADEMIE DE MUSIQUE
Ecrire des chansons
L'art de chanter
Jouer à la Guitare
Jouer à la guitare Basse
Jouer au clavier
Jouer à la Batterie
Jouer à l'Harmonica
Jouer au Saxophone
Jouer aux Congas
Jouer au Djembé et au Ngoma

ACADEMIE DE DANSE
Hip Hop
Rock
Salsa
Danse Africaine
Rumba
Flamenco
Tango
Mambo
Merengue
Samba

ACADEMIE DES ARTS-MARTIAUX
SelfDefense et Arts-martiaux

 
 
 
 
 
CONTACT
   
Copyright © 2006, Wuacademia/Wuacademy, All Rights Reserved